“Hij nam zijn staf in de hand, koos voor zich vijf gladde stenen uit de beek en legde ze in de herderstas die hij had, te weten in de zak, en zijn slinger was in zijn hand. Zo naderde hij tot de Filistijn.”
1 Samuël 17: 40
Als kind sprak deze geschiedenis uit 1 Samuël 17 mij erg tot de verbeelding. De jonge David, een herder die het opneemt tegen een geoefende soldaat, een reus, een Filistijn met de naam Goliath. Je ziet ze staan. De Filistijnen op de ene bergzijde en de Israëlieten op een andere bergzijde met een vallei ertussenin. Iedere morgen en iedere avond stapt er een Filistijn naar voren die veertig dagen lang Israël tart. Hij daagt ze uit dat ze een man moeten sturen die met hem zal vechten. Maar Saul en heel Israël is zeer bevreesd bij het horen van zijn woorden.
Veertig dagen van tarten, uitdagen dat doet ons denken aan de Heere Jezus Christus Die veertig dagen wordt uitgedaagd door de duivel. Veertig dagen lang wordt Hij verzocht maar Jezus liet zich niet verleiden en verzoeken en bleef trouw aan Zijn Vader in de hemel aan Zijn Woord en beloften.
David die zijn broers komt opzoeken in opdracht van zijn vader hoort Goliath ook spotten en razen. Hij spreekt de mannen die bij hem stonden aan. Wat zal men de man doen die deze Filistijn verslaat en de smaad van Israël afwendt? Want wie is deze onbesneden Filistijn wel, dat hij de gelederen van de levende God durft te honen? David wordt bij Saul gebracht en hij zegt tegen Saul dat hij met de Filistijn zal vechten. Hij vertelt over zijn ervaringen als herder met een leeuw of een beer die een schaap van de kudde kwam
roven. De Heere heeft steeds weer redding gegeven, Die zal hem ook redden uit de hand van de Filistijn.
De wapenrusting die Saul hem geeft daar kan David zich niet goed in bewegen en die trekt hij dan ook weer uit. David gaat met zijn staf en slinger en vijf gladde stenen in zijn tas op weg naar Goliath. Goliath ziet de jonge David aankomen en meteen begint hij te spotten en te vloeken. Ben ik een hond dat je met stokken naar mij toekomt? David geeft als antwoord dat hij komt in de Naam van de HEERE van de legermachten, de God van de gelederen van Israël, Die hij, Goliath gehoond heeft.
David komt in het vertrouwen dat de HEERE met hem is. Opvallend hierbij zijn de vijf stenen die hij in zijn tas heeft gestopt. Het getal vijf heeft hier nog een betekenis. Het getal vijf verwijst bij de joden naar de Thora, de eerste vijf boeken van de Bijbel. De boeken waarin God Zijn geboden aan het volk Israël gegeven heeft.
Wie deze vijf stenen als wapen heeft, is sterker dan welke vijand ook. David strijd met de HEERE aan zijn zijde. Hij laat zich niet leiden door angst maar door Gods Woord. Woorden van trouw, van redding en genade, woorden die bemoedigen maar ook vermanen. Gods Woord waarvan Paulus aan de Efeziërs schrijft dat het onderdeel is van de geestelijke wapenrusting, het zwaard van de Geest. Zo gaat David Goliath tegemoet en hij overwint en verslaat die Filistijnse reus. David die vecht voor Gods eer.
Vloekende en tierende machten die tarten en bespotten zijn van alle tijden. Ook vandaag de dag komt het kwaad van alle kanten op ons af. Lachend en honend wordt de Naam van God bespot. En wat is er een angst en vrees. Wat deinzen de mensen angstvalling terug uit angst voor hun eigen leven, hun eigen hachje. Durven we de strijd nog wel aan te gaan? Wat bevindt er zich in uw tas. Draagt u vijf gladde stenen met u mee?
Dan hoeven we niet bang te zijn. Want het is de Heere die voor ons strijd, Hij zal uitkomst geven. Zoals Hij dat telkens weer heeft gedaan. Vijf gladde stenen, Gods Woord als onderdeel van uw geestelijke wapenrusting. Daar kan je niet mee verliezen. Laten we zo de strijd aangaan. Strijdend voor Gods eer. Dan is de overwinning zeker door Zijn hand.
Ds. M.J. van Keulen