Maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.
Handelingen 1: 8
De Heere Jezus doet een belofte aan zijn discipelen wanneer Hij hen zegenend verlaat bij Zijn Hemelvaart. Er breekt een tijd van verwachting aan bij de discipelen. Zij zullen de kracht van de Heilige Geest ontvangen. Hij zal aan hen gegeven worden, zal over hen komen. Het is een geschenk van God Zelf. Het is Zijn Geest. Er is geen onzekerheid in de belofte die de Heere Jezus geeft. De Geest zal komen en Hij is gekomen met het Pinksterfeest.
Wat was het nodig dat Hij zou komen. Wat is het nodig dat Hij nog steeds komt, juist met het oog op het Koninkrijk van God. De discipelen hebben Hem nodig wanneer zij de wereld ingaan, om de taak die de Heere Jezus hen heeft gegeven ook uit te voeren. Namelijk om getuigen te zijn van de Heere Jezus Christus.
Jezus zet zo zijn discipelen aan het werk. En met hen worden ook wij aan het werk gezet om getuigen te zijn van Hem. Veel mensen voelen zich verlegen met deze opdracht. Zij denken bij getuige zijn alleen aan het spreken met anderen. Met anderen spreken over Wie de Heere Jezus is en over wat Hij voor hen betekent. Wanneer je dat doet dan ben je kwetsbaar. Wat zullen de mensen wel niet van je vinden? Ze zullen je op een bepaalde manier beoordelen. Daar schrikken we al snel voor terug.
Maar getuige zijn van Jezus Christus is veel meer dan over Hem spreken. Het gaat misschien nog wel in de eerste plaats om ons doen. Om wie we zijn in het dagelijks leven en hoe we dit zichtbaar maken. In onze omgang met anderen, onze houding op ons werk en onder vrienden en in de buurt. Kijk maar wat de wereld in Handelingen getuigt over de gemeente van Jezus Christus: “Kijk hoe lief zij elkaar hebben”.
Daaraan herken je het werk van de Heilige Geest. Hij geeft het evangelie niet alleen handen en voeten door onze woorden, maar ook door onze houding. Wat moeten wij erkennen dat we hier zo vaak in tekort schieten. Dat onze houding lang niet altijd een goed getuigenis geeft van Christus. Dat we slechte beelddragers zijn. Niet alleen naar de wereld toe schieten we tekort maar ook onderling in de gemeente. Wat kunnen we elkaar soms tekortdoen in woorden en daden.
Het gevaar bestaat dat we, voortgestuwd door onze drukke agenda’s en een gejaagde maatschappij, vergeten om getuigen te zijn. Om de opdracht om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf niet uitvoeren. Soms vragen we ons af waar we zouden moeten beginnen. Daarvoor kijken we naar hoe de Heilige Geest werkt in het leven van de discipelen. Wanneer Jezus op hen blaast en zegt: “Ontvang Mijn Heilige Geest” zie je verschillende dingen gebeuren.
Ze blijven in Jeruzalem, ze volharden met elkaar in gebed en ze loven en danken God. Ze bleven in Jeruzalem zoals de Heere Jezus hen gezegd had. Ze zijn gehoorzaam aan Zijn Woord. Ze gaan naar de tempel, naar het huis van God. Daar in Jeruzalem zal God Zijn Geest uitstorten. Een zichtbare gebeurtenis waar vele mensen getuige van zijn.
De Heilige Geest is daar geen vaag iets zoals het bij ons nog wel eens kan zijn. We belijden Hem als God, als een van de goddelijke personen, maar we weten ons vaak geen raad als het gaat om de Heilige Geest. Maar met Pinksteren is er geen vaagheid, de Heilige Geest laat duidelijk zien dat Hij er is. Hij laat Zijn kracht zien. Geen spierkracht, maar de kracht van het Woord in de prediking van Petrus.
Aan die prediking van Petrus ging eerst nog iets vooraf. Namelijk het volharden in het gebed. Dat gaat voor het Woord uit. De discipelen volharden met elkaar in gebed. Daar mogen wij lering uit trekken. Om niet in eigen kracht werkzaam te willen zijn, maar om ons te laten leiden door de kracht van de Heilige Geest. Samen bidden om de Heilige Geest, om de vervulling van Gods beloften, om getuige te zijn van de Heere Jezus Christus. We zijn aan elkaar gegeven en kunnen elkaar niet missen, ook in het gebed niet.
We zien bij de discipelen ook dat ze de Heere loven en danken. Dit is zichtbaar voor de mensen. Ze loven de Heere, erkennen Hem in het openbaar als hun Verlosser en Zaligmaker. Ze danken Hem voor Zijn liefde en genade. De schroom die zij hadden na de dood van Jezus is verdwenen. Ze verstoppen zich niet meer maar komen in het openbaar samen. Iedereen mag het zien en mag het horen.
Blijven bidden, God loven en danken, gaat aan het spreken vooraf. Zo getuigen zij in het openbaar van de Heere Jezus Christus. Kunnen de mensen zo ook aan u zien dat u christen bent, dat je bij de Heere Jezus Christus hoort? Dat de Heere toch zo overvloedig Zijn Geest uitstort in de gemeente. Zodat het gezien wordt in de omgeving. Dat we opvallen door eensgezindheid, door onderlinge liefde, door volhardend gebed en door het loven en danken van de Heere. Dat we zo een lichtend licht en een zoutend zout mogen zijn. Opdat de Naam van de Heere bekend en verhoogd wordt totdat Hij komt.
Ds. M.J. van Keulen