Meditatie

Bidden in lijdenstijd

En Hij liet hen achter, ging nogmaals heen en bad voor de derde keer met dezelfde woorden.
Mattheüs 26: 44

We zitten vlak voor de lijdenstijd, de periode waarin we stilstaan bij het lijden van de Heere Jezus Christus. In de eerste week van de lijdenstijd is het tevens biddag. Maar waarom zou een mens vandaag de dag bidden? Want wat hebben we het goed en wat kan een mens voor elkaar krijgen? Zouden
we wel bidden? Alles gaat toch gewoon zijn gang? Misschien hebben de discipelen dat ook wel gedacht. Ze hebben zich in ieder geval zo gedragen. Het is de nacht dat de Heere Jezus verraden zal worden. De discipelen moeten de spanning gevoeld hebben. Er stonden grote dingen te gebeuren. Maar wat doen ze? Proberen ze de Heere Jezus bij te staan? Zijn ze Zijn steun en toeverlaat in die spannende tijd? Nee, ze slapen.

Daarmee wordt ons het beeld van de mens voorgehouden. Er is spanning en er is veel gaande, maar er wordt gekozen voor de (valse) rust. Petrus, Johannes en Jakobus waren door de Heere Jezus uitgekozen om met Hem mee te gaan verder de hof van Gethsemané in. Ze waren bevoorrecht en juist van hen lezen we dat ze slapen. De Heere Jezus heeft heel de strijd alleen gestreden, er was niemand die er voor Hem was.

De discipelen hadden wel gediscussieerd wie het belangrijkste van hen was. Ze hadden geweigerd elkaars voeten te wassen. Ze vonden zichzelf heel wat. Maar ze sliepen. Dan lezen we van Jezus dat Hij opnieuw ging bidden. Steeds weer lezen we dat Jezus bidt. Vaak zoekt Hij de eenzaamheid op om met Zijn Vader samen te zijn. Hij had behoefte aan de gemeenschap met Zijn vader. Voor Hij zijn werk deed bad Hij. Voordat Hij de broden vermenigvuldigde bad Hij. Voordat Hij Lazarus uit de dood opwekte, riep Hij Zijn Vader aan. Wat een beschamende woorden zijn dit voor ons. Wij denken zoveel te kunnen zonder de Heere. Althans zo gedragen wij ons vaak. De Heere Jezus wordt ons hier tot een voorbeeld gesteld in afhankelijkheid en gebedsleven.

Is het daarom niet belangrijk om biddag te houden? Voor ons werk, voor studie, voor ons persoonlijk leven, voor gezondheid, voor de overheid, voor zieken en zorgen, voor de kerk en voor ambtsdragers. Vaak vergeten we te bidden, missen we onze afhankelijkheid. Jezus moedigt ons aan om te bidden. Hij wil gebeden zijn. ‘maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God’. Deze woorden zijn ook vandaag nog actueel.

De Heere Jezus bad veel. In onze tekst vinden we Hem biddend in de hof van Getsemané. In die lijdensnacht worstelde Hij onder de toorn van God. De beker van Gods toorn moest Hij tot de laatste druppel leegdrinken. Toch bleef Hij bidden, ‘Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt. Voor de derde keer klinkt er, ‘Mijn Vader’.

Jezus deed geheel vrijwillig de wil van Zijn hemelse Vader. Hij had lief tot het einde. Hij ging tot in de dood opdat de Zijnen zouden leven, verlost van zonde en schuld. Hij heeft genade, gerechtigheid en eeuwig leven voor de Zijnen verworven.

Wat hebben wij deze voorbidder nodig voor het gewone leven maar bovenal voor onze ziel. Laten we met biddag vragen of we Hem door de Heilige Geest mogen leren kennen. Dat Hij ons geloof in Hem schenkt. Zodat we Johannes kunnen naspreken. ‘Wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige’. Hij weet wat benauwdheid en strijd is. Hij weet ook wat aanhoudend bidden is. Dat we Hem in geloof navolgen in bidden en leven.

Ds. M.J. van Keulen