“Doe het lawaai van uw liederen van Mij weg.”
Amos 5: 23
Het voelt erg vreemd om niet te zingen in de kerk. In de coronaperiode hebben we daar iets van kunnen ervaren. Het lijkt wel op fietsen met de handrem flink ingeknepen. Zingen doen we immers tot eer van God, om Hem te loven en te prijzen. Het verhaal gaat dat kerkvader Augustinus zou hebben gezegd: zingen is twee keer bidden. Hij zal ermee bedoeld hebben dat zingen een bijzonder krachtig middel is, waarmee de gelovige in alle
omstandigheden van het leven de vreugde, de vrees en de vragen van het hart tot uitdrukking mag brengen. Hij was niet de enige die het zingen zo hoog waardeerde. Reformatoren als Luther en Calvijn hebben zich op soortgelijke wijze uitgelaten.
In de Bijbel lezen we dat de profeet Amos dit onderwerp ook aansnijdt. Hij raadt het zingen niet ten zeerste af maar hier klinkt ook een opdracht, een bevel om niet te zingen. Amos spreekt over het lawaai van liederen. Nu hebben wij bij het lawaai van liederen allemaal onze eigen gedachten. Dat heeft dan al snel iets te maken met muziekstijl en smaak. Maar het gaat hier niet om de muzieksmaak van Amos. Ook niet over de muziekkwaliteit die het volk ten toon spreidde.
Het is immers niet Amos die namens zichzelf spreekt. Amos profeteert namens de HEERE. Het is de HEERE zelf die het volk verbiedt om te zingen. Het gezang van het volk is voor Hem lawaai geworden. En daarom: Doe het lawaai van uw liederen van Mij weg, stop ermee! Dat is toch wel heel bijzonder? De God Die troont op de lofzangen van Israël zoals
de psalmist van Psalm 22 zingt, kan nu hun liederen niet meer aanhoren.
De reden hiervoor is dat er crisis is, nee geen coronacrisis. Amos zegt in vers 24; Laat het recht stromen als water, de gerechtigheid als een altijd stromende beek. De crisis is dat juist recht en gerechtigheid ontbreken in Israël. De zwakkeren in de samenleving zijn overgeleverd aan willekeur. De arme wordt vertrapt (5:11). Zo wordt hen onrecht aangedaan en dat raakt de HEERE diep. Hij ziet mensen lijden door toedoen van anderen. Het onrecht kan de HEERE niet verdragen. Doordeweeks wordt door het volk het recht geschonden. Ieder leeft voor zichzelf, de dienst aan de HEERE is een holle zaak geworden. Hun hart is ver bij de HEERE vandaan. Maar op de sabbat zingen ze voor Hem Die het recht bemint. Dit
kan de HEERE niet langer aanhoren. Doe het lawaai van uw liederen van Mij weg.
Deze woorden, het verbod om te zingen, iets wat vreemd voelt in de kerk, zet ons toch aan tot nadenken. Hoewel wij in een andere tijd en onder andere omstandigheden leven is het de HEERE Die nog steeds Dezelfde is. Ook vandaag kan Hij het onrecht niet verdragen. Psalm 37: 28 zegt; Want de HEERE heeft het recht lief. En dat geldt niet alleen voor de zondag maar voor elke dag van ons leven. Christen ben je zeven dagen per week.
Laten we niet te snel zeggen dat de woorden van Amos ons niets te zeggen hebben. Want wanneer wij in onze omgeving rondkijken, dichtbij en verder weg, zijn er dan mensen die wij geen recht doen? Het egoïsme is in ons eigen leven ook aanwezig. Leven voor onszelf gaat ook ons hart niet voorbij. Het voelt erg vreemd om niet te zingen in de kerk. Het lijkt wel op fietsen met de handrem flink ingeknepen. Misschien is het goed om naast ons zingen in de kerk een moment stil te staan bij de woorden van de Heere Jezus Die zei: Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik
ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. Iets om over na te denken. En misschien reden om een toontje lager te zingen.
Ds. M.J. van Keulen